Er zijn vele tips om goed af te vallen. Helaas zijn er ook tips die niet altijd werken. Hieronder vind je een lijst met de top 100 veelbelovende tips die echt werken. Tips om af te vallen. Je hoeft ze niet alle 100 te gebruiken … wat werkt voor jouw het beste? Honderd tips oftewel de top 100 beste afval tips.

Top 100 tips om af te vallen:

  1. Eet iedere dag minstens 2 stukken fruit.
  2. Eet genoeg groenten.
  3. Ga naar de sportschool en sport iedere week 2 á 3 uur.
  4. Koop biologisch voedsel-> Dat is namelijk stukken gezonder en bevat meer vitaminen dan voedsel dat uit bijv. kassen komt. ( Bij de natuurwinkel!)
  5. Eet gevarieerd. Dus de ene dag pasta, dan boerenkool etc.
  6. Ga op de fiets i.v.p de auto.
  7. Ga lekker wandelen met uw hond, of maak gewoon een wandeling in een natuurgebied.
  8. Koop eten wat ook echt op eten lijkt! Dus geen sla uit een pakje, maar gewoon een krop sla!
    Daarin zitten namelijk meer vitaminen.
  9. Stop met snoepen, of verminder het in ieder geval. Let erop hoeveel suiker U eet. Verminder uw tussendoortjes. Maak er i.p.v snoep groenten en fruit van.
  10. Maak plezier! Ga niet sippen op de bank, maar ga gezellig naar een vriend of vriendin! Want lachen is gezond! En als je bezig bent, heb je minder de neiging om iets te snoepen!
  11. Drink je toch alcohol, probeer dan eens lichtbier of een lichte cocktail (met veel soda of ijs). Drink bier uit een klein glas in plaats van uit een pul.
  12. Ga je uit, ontloop dan zoutjes, chips en ander hartigs. Je krijgt er dorst van en je eet er snel te veel van. Je drinkt natuurlijk geen alcoholische drank voor het eten, om dan het vermogen in te schatten wat nog wel en wat niet meer kan worden gegeten.
  13. Het is belangrijk om te weten of je op dit moment een correct voedingspatroon hebt. Start hier de gratis voedingstest. Wil je meer informatie over deze unieke voedingstest?
  14. Ga je met een groep uit en neemt men wijn voor de hele groep, dan neem je slechts een half glas en proeft daarvan kleine nipjes. Het legen van het glas heeft tot gevolg dat het weer gevuld wordt Van alle drankjes is gewoon bronwater toch nog het beste. Daarom is het raadzaam daarvan steeds een fles of karaf op tafel te hebben.
  15. Soda en mineraalwater, één-calorie-drankjes en sinaasappel en tomatensap kun je in elke gelegenheid en op elk feestje krijgen. Om iets in de hand te hebben zijn deze drankjes aanbevolen omdat je lijkt te drinken en omdat er weinig calorieën in zitten.
  16. Je eetgewoonte moet worden als in het Oudhollandse gezegde dat zegt: Eet ‘s morgens als een keizer, ‘s middags als een burger en ’s avonds als een bedelaar. Lukt het je niet ‘s morgens (veel) te eten, sla dan het avondeten eens over, dan gaat het een stuk makkelijker. De grootte van je ontbijt kan ook gedurende een bepaalde tijd steeds toenemen. Een verdeling van calorieën ziet er dan uit als 40% – 30% – 30% over de dag verspreid. Dit alleen om te leren ‘s morgens meer te eten.
  17. Sla nooit een maaltijd over. Het is onrealistisch te denken dat je er komt met een hongergevoel. Eet alles wat binnen de grenzen van je dieet is toegestaan. Heb je problemen met je dieet, vraag dan of je diëtist(e) je een paar recepten kan geven of je op een andere manier kan helpen.
  18. Het gevaar is dat je hierdoor makkelijker naar tussendoortjes grijpt. Niet alleen mis je dan veel noodzakelijke bouw en voedingsstoffen, maar je dieetplan komt er ook door in gevaar.
  19. Vergewis je ervan dat er, buiten je normale voedingsmiddelen om, geen snel te bereiden hapjes in huis zijn. Als je voor een snack eerst een aantal handelingen moet verrichten om het te kunnen eten zal de trek ernaar minder zijn dan wanneer je even snel een zak open kunt maken.
  20. Eet nooit staande of liggend of bed of op de bank.
  21. Als je dan toch per se eens wil zondigen, zorg er dan voor dat er een gezinslid of vriend(in) bij is. Probeer dus niet stiekem te snoepen!
  22. Verlaat de tafel als je klaar bent met je maaltijd. Ga niet naar de nog etende tafelgenoten zitten kijken.
  23. Laat je tafelgenoten hun bord meteen na de maaltijd schoonmaken om je de kans te ontnemen nog even met een vinger door de jus te gaan. Het kan soms erg moeilijk zijn af te slanken.
  24. Bewaar je voedsel in ondoorzichtige dozen en het liefst op een moeilijk of geheel niet zichtbare plaats. Zoals de bovenste schap van een kast of onder in de kelder. Je moet moeite doen voor een hap, weet je nog.
  25. Koop geen snoep voor je familie want uiteindelijk eet je er zelf toch ook weer van mee. Hoe moeilijk het ook is, neem je kinderen niet mee naar een hamburger-, frites- of ijstent, omdat de kans dat je mee zult eten dan wel erg groot is. Tevens is het voor jezelf ook geen pretje al dat ‘gevreet’ om je heen.
  26. Neem je kinderen niet mee wanneer je gaat winkelen, maar breng ze even bij de buren. Kinderen zullen, wanneer ze in een supermarkt zijn, je hoofd gek zeuren om allerhande snoep en zoetigheid. Houd je aan het lijstje dat je tevoren hebt gemaakt.
  27. Probeer de sleur van je eten te doorbreken. Experimenteer eens met een grill of oven, probeer eens rauwe groenten of gepofte aardappels. Een salade kan ook al een heel andere wending aan je maaltijd geven, deze bevat, mits goed bereid, weinig calorieën en kan met talloze ingrediënten worden gemaakt.
  28. Bereid je voor op je etentje door er van tevoren al aan te denken, bedenk wat je tegen de kelner zult zeggen over salades en toetjes en wat je bord wel en niet mag bevatten. Eet ondertussen een sneetje Malsovit of een Malsovit-maaltijdkoek met een glas water.
  29. Sla voor de maaltijd het zogenaamde ‘aperitiefje’ over. Voor jou geen drank of toastjes en dus ook geen stokbrood met kruidenboter. Neem een glas mineraalwater en bij hoge uitzondering een droog toastje. Ben je in een restaurant en wil de ober iets op je bord leggen wat je niet wenst, hou dan je hand erboven (hiervoor moet je de ober tevoren in de gaten houden om alert te reageren).
  30. Wees erg precies in het verwijderen van vetrandjes die aan je kip, rund- of varkensvlees zitten. Van gevogelte altijd het vel verwijderen voor je begint te eten.
  31. Als je tijdens een zakendiner of -lunch ‘moet’ blijven eten, neem je natuurlijk telkens een andere groente op je bord. Vraag de kelner om extra groenten, deze zullen altijd snel kunnen worden aangevuld.
  32. Neem bij je melkman of in de supermarkt altijd magere melkproducten in plaats van volle. Chocolademelk is een afrader maar karnemelk mag.
  33. Een zogenaamd vruchtenschaaltje als toetje is goed als er vers fruit in is verwerkt. Vaak echter zal men er blikvruchten in doen die uit de siroop komen. Siroop is suiker in water opgelost, niet echt de beste keuze voor iemand die lijnt.
  34. De woorden light, of calorie-arm zeggen op zich weinig over de inhoud en voedingswaarde van een product. Iets kan vetarm heten en kan vol zitten met suiker of lege calorieën.
  35. Schrijf je dagelijkse belevenissen op in een eetdagboek. Beschrijf je maaltijden, wat je hebt gegeten, hoe of door wie ze zijn gemaakt, de mooie kanten van het afvallen maar ook de moeilijke dingen. Laat ook de diëtist(e) in je dagboek lezen zodat deze je tips of stimuli kan geven om je doel sneller of gemakkelijker te bereiken.
  36. Je lichaam draait op voedsel, ben je te zwaar dan moet je gaan lopen. Laat de auto of fiets eens staan en wandel eens naar een vriend(in). Loop elke dag een blokje om of verken de omgeving van je woonplaats. Begin met kleine stukjes en maak hiervan steeds langere tochtjes.
  37. Doe meer te voet is de stelregel. Iemand met overgewicht zal neigen naar minder bewegen. Wandelen is iets wat iedereen kan en wat men snel in eigen tempo kan opbouwen tot een acceptabel niveau. Slenteren is je eer natuurlijk te na. Vooruit met forse pas.
  38. Probeer niet te verworden tot een ‘bankornament’ maar beweeg je wat meer door de kamer. Sta wat vaker op om iets voor een ander te halen en ga wat vaker verzitten. Zet als je naar de winkel gaat je auto niet op de stoep voor de deur maar in dat parkeerplekje wat verderop zodat je medemens die slecht ter been is geen hinder van je heeft. De boodschappenwagen breng je natuurlijk terug tot in de winkel.
  39. Koop, draag en gebruik sportieve kleding. Het zit prettig en je kunt er makkelijker mee bewegen. Schaf deze kleding niet op de groei maar op de krimp aan!
  40. Indien dit in je leefpatroon past, moet je vooral ook seksueel actief blijven. Liefde kan vele problemen wegnemen maar waar geen liefde is wordt deze vaak vergeten door eten. Ook de dikkere onder ons kunnen een bevredigend seksleven genieten. Geeft het toch problemen dan kan een van de vele bureaus op dit terrein je verder helpen maar geef niet op.
  41. Wees realistisch over het gewicht dat je per maand zult kunnen kwijt raken. Wees niet ongerust als er eens niets is verloren. Je hebt dan normaal gezonde spiergroei gehad of er is wat extra vocht in je lijf achter gebleven. Reken op maximaal twee of drie pond per week nadat de eerste ponden er af zijn gevlogen. Gebruik een suikervrije kauwgum als je aan het koken bent of knabbel aan een selderiestengel en kauw goed op de stukjes.
  42. Las één keer in de week een junkdag in, eet alles waar je trek in hebt. Het is een beloning voor zes dagen lang je best doen en geeft je extra energie voor de volgende zes dagen.
  43. Slaap voldoende!Wie voldoende nachtrust krijgt heeft meer energie. Energie die je er dus niet ‘bij’ hoeft te eten. Als je genoeg nachtrust krijgt maakt je lichaam leptine aan, het stofje wat je hersenen verteld dat je genoeg hebt gegeten. Slaap je slecht? Dan is er te weinig leptine aangemaakt en zul je de hele dag de neiging hebben om te snacken. Als de energie niet uit nachtrust kan komen, dan maar uit een Mars. Zo werken je hersenen!
  44. Gebruik veel kruiden. Pikante specerijen als Spaanse peper, cayennepeper en ginger versnellen het metabolisme. Geef de voorkeur aan deze specerijen om je maaltijden mee op smaak te brengen.
  45. Klaar met eten? Poets direct je tanden om te voorkomen dat je toch nog iets ‘na-eet’. Met een tandpastasmaak in je mond smaakt niets meer lekker. Caloriearme pepermuntsnoepjes of middeltjes voor een frisse adem hebben dezelfde werking. Zuig op een snoepje zodra je lekkere trek voelt opkomen.
  46. Eten geeft ons een fijn gevoel. Gebleken is dat mooie muziek hetzelfde gevoel teweeg kan brengen. Vervang je tussendoortjes daarom eens met je lievelingsmuziek.
  47. Ben je rechtshandig? Eet dan eens met links (en omgekeerd) het gaat misschien wat langzamer, maar je bent bewuster aan het eten!
  48. Voor nachtelijke ijskastkrakers: zet een glas karnemelk op je nachtkastje en leg wat fruit klaar. Ook is het aanbrengen van een alarmbel aan het koelkastlampje een ludieke manier om van je uitstapje af te komen omdat je nu je medebewoners wekt als de koelkast open gaat en dat vindt men vaak niet prettig.
  49. Kunt u borduren, werk dan na een begane zonde aan een spreuk: ‘Een minuut in de mond een uur in de maag, de rest van uw leven op uw heupen’ (buik) of ‘Van eten krijg ik het op mijn heupen’ of ‘Bezint eer gij begint’ (voor in de koelkast) kun je niet handwerken schrijf deze spreuken dan met koeienletters op borden. Zet dit bord op een duidelijke plaats in huis.
  50. Zoek een medeafvaller om je lot mee te delen. Probeer elke dag met deze persoon te praten over de dingen die je bezig houden. Bemoedig elkaar en houd elkaars vorderingen in de gaten. Is er niemand die je probleem met je kan delen bezoek dan een social netwerk of een website zoals vetvrij.com. Vertel ook hier dat je aan het afvallen bent en zoek steun.
  51. Ontloop moedeloze, teleurgestelde en negatieve mensen die met diëten nooit dat hebben kunnen bereiken wat je van plan bent. Denk positief, leef volledig maar eet met mate. Je komt er wel ook al lukte het een ander niet.
  52. Denk niet alleen positief maar denk ook dun. Stel uzelf een doel dat de moeite waard is. Koop voor jezelf een prachtig kledingstuk in die maat die je als einddoel in zicht hebt. Zo kun je het einde vanzelf zien naderen.
  53. Wees vastberaden en assertief. Assertief wil niet zeggen agressief maar het is recht op de man af zeggen wat je wilt zonder schofferen.
  54. Laat bij elke maaltijd iets op je bord achter, een hapje of stukje laten liggen geeft je het gevoel dat je zelfs met nog minder toe kunt. Er is geen grotere zonde dan meer te eten dan je van plan was, omdat je dat restje niet kon laten staan. Haal jezelf over zo te denken.
  55. Portie indeling begint in de winkel. Laat je groenten in afgemeten porties verpakken door je groenteman. Laat je vlees in de, volgens jou, enige, juiste hoeveelheden snijden bij de slager.
  56. Neem daar ook mager vlees in plaats van de koopjes. Je bent duurder uit maar hebt er wel een smakelijker en calorie-armer stukje vlees aan. (75 gr. duurmagervlees, kost hetzelfde als 150 gr. goedkoop vet vlees.)
  57. Je mag niet toegeven aan het verlangen om met vochtafdrijvers of heel sterke laxeermiddelen, even snel, een paar kilo af te vallen. Deze zaken zijn zeer slecht voor je ingewanden en ze leggen soms zelfs je darmen stil, waardoor je voedsel, zonder dat er iets van is opgenomen in het bloed, je lichaam verlaat. Je moet proberen af te slanken en gezond te blijven. Met zo’n zes tot zeven sneetjes Malsovit krijg je genoeg vezels binnen om je darmen goed te laten werken. Ook wandelen helpt bij darmproblemen. Vreemd genoeg zijn er weinig wandelaars die last van maag- of darmproblemen hebben.
  58. Verwacht geen wonderen van jezelf of van de door jou gebruikte methode. Het vergt hard werken en veel bloed, zweet en tranen om iets slanker te worden. Zowel je gewoonten, je denken, je eetpatroon als je sportactiviteiten moeten veranderen om enig effect te hebben (anders is uw poging van begin af vergeefs). Hoe langzamer het gaat, hoe beter je jezelf voelt en hoe langer het VET wegblijft.
  59. Drink tijdens het bereiden van de maaltijd een groot glas water. Je maag heeft dan al wat vulling voor je aan dat maal begint en je verzadigingsgevoel komt eerder op.
  60. Als het je niet lukt van het eten af te blijven tijdens het eten dan moet je het eens proberen met een maskertje voor. Of met een theedoek voor neus en mond. Je moet nu bewust steeds de doek of het masker ophouden om te proeven, of je wordt je bewust van de steeds weer omhoog komende volle lepel die tegen je maskertje tikt.
  61. Neem nooit meteen een hele portie eten op je bord, maar begin met de helft. Daarna neem je nog eens de helft van de helft die over is en bedenk terwijl je dat opeet of je dat laatste beetje nu wel echt nodig hebt om verzadigd te raken.
  62. Gebruik op je salades steeds citroen en/of azijn dressings. Vraag in een restaurant gerust om een salade met deze dressing.
  63. Je kunt natuurlijk ook een klein flesje met schroefdop kopen om een eigen dressing mee te kunnen nemen in tas of broekzak.
  64. Vergelijk de labels van gelijksoortige producten en let er niet alleen op hoeveel vet of calorieën er in zitten, maar ook hoeveel suiker. Sommige ‘laag vetgehalte’- yoghurts bevatten juist extra suiker.Let op de porties die je eet Een beker kwark van 800 gram bevat niet één maar twee porties.
  65. Houd jezelf niet voor de gek. Als je zoutjes in huis haalt, zul je er ook van eten. Als je ze niet koopt dan loop je geen risico. Ook je familie moet zich ervan bewust zijn dat je je in moet spannen om je aan het dieet te houden. Dus, geen nootjes eten als je erbij bent. Wat je niet ziet, zul je niet willen eten. Wat er niet is, kun je niet eten.
  66. Eet, voor je naar restaurants gaat, eerst een of twee sneetjes Malsovit. Weet je nog van dat vertraagd verdwijnende hongergevoel. In het restaurant vertel je de ober wat je op je bord wilt hebben en wat niet. Sausjes zijn dikmakers dus die gaan apart. Sla moet met citroen en azijn aangemaakt zijn. Gebruikte men olie, stuur het terug.
  67. Verlaat het pand als je collega’s met verjaardagstraktaties rond gaan. Kun je er niet onderuit, zegt dan dat je er niet om geeft. Zeg niet dat je aan de lijn doet, omdat men dan onmiddellijk zal proberen toch iets aan je kwijt te raken.
  68. Spoel, telkens als je aan iets lekkers denkt, je mond. Gebruik een mild mondwater, liefst met een wat zure smaak.
  69. Zet je weegschaal in de keuken en weeg zo vaak als nodig is. De een vindt steun in af en toe wegen en steeds een lager gewicht te constateren, de ander heeft baat bij het op de schaal stappen als zich een ‘vreetbui’ aandient. Soms echter geeft de schaal niet de juiste gegevens maar kun je je figuurverandering aan je kleding bemerken. Deze gaat bijvoorbeeld losser om de heupen zitten of de plooien vallen ineens anders. Bedenk dat niet alle gewicht vet is en dat je spieren kunt krijgen op plaatsen waar eerst vet zat.
  70. Vertragingstechnieken zijn de beste methodes om vraatimpulsen aan te pakken. Net als in punt 25 gaat je uitstel bewerkstelligen. Het gaat als volgt: je gebruikt een keukenwekker die je op tien minuten zet als je een eetimpuls krijgt terwijl het nog geen etenstijd is. Voor hij afloopt bedenkt je of je werkelijk niet zondervoedsel zou kunnen voor de normale maaltijd. Of zoek in die tien minuten naar een andere recreatievorm die niet aan eten doet denken.
  71. Schrijf op een bloknoot alles op wat je at gedurende de dag, wat je voelde toen je at en wie erbij was. Bekijk dit verslag na een of twee weken. Zo kun je zien bij welke emotie je eet of gaat eten en in de nabijheid van welke mensen je begint te eten of welke mensen je tot eten aanzetten. Een gewaarschuwd mens telt immers voor twee.
  72. Eet alles wat je eet op een en dezelfde plaats zoals bijvoorbeeld aan de keukentafel Zo voorkomt je gedachteloos eten voor de tv. of aan de telefoon. Automatisch eten is een echte dikmaker en is dus vijand nummer één.
  73. Maak van elke maaltijd een prettige gebeurtenis. Geniet van elke hap. Dek telkens een aantrekkelijke tafel met een kaars, bloemen of mooie servetten. Zodoende haal je het vervelende van je dieet af en hoe meer je van je maaltijd geniet, hoe gemakkelijker het is om blijvend slank te blijven.
  74. Vouw je kleine tafelbestek in een servet, zodat de aanvang van je maaltijd een bewust moment wordt. Begin pas met het ontvouwen van dat servet als de anderen al beginnen aan hun maal. Eet je alleen, dan kijkt je eerst naar je voedsel. Is er misschien iets dat je kunt veranderen zodat het er smakelijker uitziet? Zoja, maak er dan een notitie van voor de volgende eer.
  75. Ben je linkshandig, eet dan met je rechterhand en omgekeerd. Gaat dit niet wat langzamer? Mooi zo.
  76. Eet dat wat je het lekkerst vindt het eerst. Zo zul je een gevoel van voldoening niet voorbij eten. Je doet dat wel als je favoriete kostje nog op je bord ligt.
  77. De tip met het kleine tafelgerei is ook een bedriegertje. Omdat je in verhouding net zoveel op je bord doet is je portie in het echt natuurlijk kleiner. En omdat je langzamer eet, duurt het net zolang om je bord leeg te eten dan normaal. Het klinkt simpel maar werkt wel en daar gaat het om.
  78. Word je uitgenodigd voor een feestje, vraag dan je gastvrouw haar medewerking in je strijd tegen het vet. Iedereen zal bereid zijn meer met rauwe groenten te doen of met vers fruit maar geef de gastvrouw dan meteen wat tips die je tevoren even opzoekt. Soms is de schaal, voor u bedoeld, eerder leeg doordat de anderen er even graag van ‘snoepen’.
  79. Eet elke dag chocolade
    Ja, het staat er echt: chocolade – die beruchte dikmaker – helpt je af te vallen. Chocolade bevat talloze geluksstofjes zoals anandamide, tryptofaan en theobromine. Door deze geluksstofjes vermindert je eetlust en voel je je lekkerder in je vel.
    Bovendien bevat chocolade ook nog eens vezels en gezonde vetten.
  80. Eet langzamer
    Je lichaam registreert pas dat je vol en verzadigd bent na zo’n 15-30 minuten. Als je snel alles naar binnen horkt terwijl je tv kijkt, voel je dat signaal niet of pas als het al te laat is. Eet daarom langzaam en kauw je eten goed. Je speeksel bevat bovendien enzymen die je voedsel helpen verteren, dus door goed te kauwen neemt je lichaam je voeding beter op.
  81.  Koop het gewoon niet
    Wilskracht is belangrijk, maar soms heb je het gewoon niet, zeker als het emotioneel even niet meezit. Dat is geen schande. Wees eerlijk tegenover jezelf en je eventuele partner, accepteer dat je niet perfect bent en bereid je erop voor. De beste manier om de verleiding te weerstaan, is om gewoon geen junkfood in huis te hebben.
  82. Zorg ervoor dat je voldoende eiwitten binnenkrijgt
    Als je minder probeert te eten, zorg er dan wel voor dat je alsnog voldoende eiwitten binnenkrijgt. Eet elke dag zuivel, noten, peulvruchten en granen.
  83. Honger jezelf niet uit
    Als je kilo’s wilt kwijtraken en kwijthouden dan is het belangrijk dat je jezelf niet gaat lopen uithongeren. Het is een fout die makkelijk gemaakt is tijdens het afvallen. Helaas schakelt je lichaam over op de overlevingsmodus als je het niet voldoende voedt, omdat het denkt dat je in een hongersnood zit.
  84. Eet vaker op een dag
    Eet bijvoorbeeld vijf maaltijden verspreid over de dag: ontbijt, lunch en avondeten, met tussen door twee gezonde snacks, zoals groenten met een dip, wat yoghurt, fruit of een heerlijke gezonde groene smoothie.
  85. Bereid je eigen maaltijden thuis
  86. Ga niet te vaak uit eten en laat ook de cafetaria voor wat hij is. Als je thuis je eigen lunch bereidt, heb je meer controle over je porties en weet je zeker hoeveel vet erin zit, dat de ingrediënten vers zijn, etc.
  87. Beloon jezelf op de juiste manier
    Als je net een half uurtje hebt lopen rennen, heb je misschien 300 calorieën verbrand. Na die inspanning is het verleidelijk om jezelf te trakteren op iets lekkers, maar kijk uit dat je niet meteen de calorieën die je hebt verbrandt er weer bij eet/drinkt! Beloon jezelf met een snack die weinig calorieën bevat of beloon jezelf met iets wat niets met eten te maken heeft.
  88. Zorg voor je schoonheidsslaapje
  89. Als je onvoldoende slaapt, maakt je lichaam meer cortisol aan, een stresshormoon dat je eetlust versterkt. Bovendien heb je als je erg moe bent al snel minder wilskracht om nee te zeggen tegen iets wat je anders makkelijk zou kunnen laten staan. Dus zorg voor voldoende slaap!
  90. Wees niet bang voor gezonde vetten
  91. Je lichaam heeft nu eenmaal vet nodig, dus je hoeft niet angstvallig alles wat vet is te vermijden. Eet gerust af en toe een avocado of wat nootjes.
  92. Van een klein beetje nootjes voel je je erg lang verzadigd, waardoor je uiteindelijk alsnog minder calorieën binnenkrijgt.
  93. Eet niet minder, maar meer
  94. Heb je echt geen zin om jezelf van alles te ontzeggen? Eet dan gewoon meer! Meer gezonde dingen zoals rauwe groenten met een magere yoghurtdip, meer gestoomde groenten toe aan je maaltijd of meer lekker vers fruit. Hou natuurlijk wel je totale calorie-inname in de gaten.
  95. Laat fris en vruchtensap staan.
  96. Vervang frisdrank en vruchtensap door water of kruidenthee (zonder suiker of honing). Het kan erg moeilijk zijn om deze gewoonte te breken, maar deze kleine stap kan grote resultaten opleveren. Een glaasje cola of zelfs gezonder appelsap levert al snel 100 of meer calorieën op.
  97. De kachel lager, laat uw lichaam het verbrandingswerk doen!
    Zet de kachel een tandje lager… Dat scheelt uw portemonnee een lieve duit, maar is bovendien goed voor de lijn. Als u in de kou zit verbrandt u automatisch meer.
  98. Wees een beweeglijk mens! Beweeg meer (ook tijdens uw zittende werkzaamheden). Mensen die beweeglijk zijn verbranden maar liefst 350 calorieën meer op een dag.
  99. Afvallen door te zingen onder de douche
    Zingen onder de douche is een niet alleen een aangenaam tijdverdrijf en een genot of niet voor de toehoorder; het is ook nog eens goed voor de lijn. Eén liedje is goed voor 10 – 20 calorieën. Het aantal calorieën dat verbrand wordt is afhankelijk van het volume. Hoe meer decibellen des te meer verbranding.
  100. Een SMS of tig a day houdt het vet away.
    Ga er eens op letten.
    Zijn er SMS-verslaafden slanker dan zij die niet aan tekstberichten doen?